Meer dan dertig jaar lang stemt Wietske Eveleens werk, mens en omgeving op elkaar af. Zelfsturing, slimmer werken (tech en meubilair) en werkorganisatie zijn belangrijke thema’s voor de zelfstandig werkontwerper uit Utrecht die bezig is aan een boek ‘Grip creëren’. Wietske spreekt zich in Arbovisie Magazine uit over welke ondersteuning zelfstandigen zoals zij zelf – nu en in de toekomst – nodig hebben op het gebied van gezond en veilig werken. 

Waarom werd je ooit zzp’er? 
“Dat was een bewuste keuze die ik ergens in 1998 maakte. De term zzp’er bestond nog niet. Puur door mijn werk koos ik voor zelfstandigheid. Om vrijer de projecten te doen die ik wilde, met mensen die ik zelf uitkoos. Overigens zie ik mezelf eerder als zp’er; Zelfstandig Professional. Dus niet als Zelfstandige Zonder Personeel. Met Personeel zou ik een werkgever zijn. Daar kies ik niet voor.'' 

Wat is ongezond aan jouw werk?
“Vooral mentale overbelasting ligt op de loer. Mijn werk is intens en weinig grijpbaar; oorzaken van hardnekkige stress en werkdruk aanpakken met maatoplossingen. Problemen goed inventariseren, diagnosticeren en creatief oplossen. De juiste interventies doen.

Tijdig stoppen met werken is lastig. Ik draag het werk altijd en overal met me mee en kan zo weer verder. Dus wanneer stop ik? En hoe? Als het druk is gaat dit zomaar mis.”

''Ik zou willen dat de overheid gaat inzien dat de nieuwe economie – waarin mensen vooral werken met hun hersens – gezondheid nodig heeft als voorwaarde voor goede prestaties''

Hoe gezond en veilig werk jij?
“De fysieke kant van mijn werk is geen probleem. Mijn werkplek is in orde. Ik kan het licht regelen op mijn beeldscherm zodat ik niet verblind raak. Ik glijd niet van mijn bureaustoel met goede armsteunen, die goed is ingesteld. Mijn beeldscherm staat recht voor mij, zodat ik rechtop en ontspannen werk. Ik typ blind. Bovendien heb ik geleerd hoe ik slim en goed pauzeer met behulp van een pauzeprogramma. Naast korte micropauzes neem ik elk uur pauzes van 5 tot 10 minuten. En uiteraard zijn er ook andere activiteiten, zoals wandelen, fitness of huishoudelijke klusjes tussendoor. Met een afwisselende dag ben ik ook een blijer mens en weet ik dat ik goed mijn pensioen zal halen. Ook krijg ik zo betere ideeën en werkt het dus ook positief door in mijn resultaten.“

Maar stel dat je wel ziek wordt als zelfstandige; hoe ga je daar dan mee om?
“Goede vraag. Ik ben natuurlijk wel verzekerd, maar ik heb geen arbeidsongeschiktheidsverzekering, als je dat bedoelt. Veel te duur: tussen de 300 à 400 euro per maand. Dat voelt alsof een bedrijf mij aan het uitmelken is. Zo’n groot bedrag zet ik liever zelf opzij. Dan heb ik ook meer zekerheid erover te beschikken als ik het nodig heb. Deelnemen aan een Broodfonds is een goed alternatief, hoewel dat maar voor twee jaar is. Belangrijker nog is dat je zo onderdeel bent van een groep die elkaar steunt. En tja, als ik toch echt ziek zou worden, zouden we het thuis samen oplossen. Ik kan met weinig toe, mijn partner ook. We leven zuinig. We zijn in 17 jaar twee keer een weekje op vakantie geweest. We hebben ook geen auto meer. Daar tegenover staat dat we wel een huis met tuin in hartje Utrecht hebben en een E-bike waarmee we mobiel zijn.”

Wat hebben zelfstandigen nodig van de overheid? 
“Waar ik last van heb is de huidige manier van denken, waarbij gezondheid en productiviteit gescheiden zijn van elkaar. Ik zou willen dat de overheid gaat inzien dat de nieuwe economie – waarin mensen vooral werken met hun hersens – gezondheid nodig heeft als voorwaarde voor goede prestaties. De coronacrisis kan een kantelpunt zijn. Nu is gezondheid ineens toch belangrijker dan de economie. 

Ik zie zelfstandigen als een voorbode van de arbeidsmarkt van de toekomst. Zelfstandigen die er vrij voor kiezen, zorgen vaak al goed voor zichzelf. Ze zijn autonomer dan mensen met banen, regelen meer zelf. Aan de ene kant maakt dat hen kwetsbaar als het tegenzit, zoals nu met corona. Tegelijk overleven de meesten nu zonder financiële steun met zich aanpassen en anticiperen op de toekomst. Maar gezond werk doen en werk gezond maken is nog wel een uitdaging in de huidige cultuur. Ik heb vooral behoefte aan overheidsbeleid dat duurzaam werken ondersteunt.

''We denken met z’n allen nog teveel vanuit de 20ste eeuw, dus in ‘meer, meer, meer’. Maar de rek is er allang uit. Bij het milieu, organisaties, maar ook bij onszelf''

Waar moet zeker meer aandacht voor komen in Nederland? 
“Dat we achterlopen in ons aanpassen aan veranderend werk. Het simpele repetitieve handwerk in fabrieken is verdwenen, overgenomen door automatisering en lagelonenlanden. De Arbowet stamt uit die tijd en we passen hem nog steeds hetzelfde toe. Maar we werken niet meer met de handen en vooral met het hoofd. We denken met z’n allen nog teveel vanuit de 20ste eeuw, dus in ‘meer, meer, meer’. Maar de rek is er allang uit. Bij het milieu, organisaties, maar ook bij onszelf. Denk alleen maar aan de vele burn-outs onder jonge mensen. Er is onderzoek gedaan: de Nederlandse arbeidsmarkt is niet duurzaam.

Bij een groot maatschappelijk probleem – zoals nu met corona – kunnen nieuwe oplossingen en wegen ontstaan. Dat zie ik nu ook gebeuren. Gezondheid is toch belangrijker dan de economie en er zelfs een voorwaarde voor. Die lijn vind ik duurzaam. Werk niet meer fragmenteren maar juist integreren. Anders samenwerken dan we nu gewend zijn. Taken niet meer blijven opdelen, maar juist verbinden en gaan helen. Dat is beter voor iedereen; als mensen weer goed kunnen denken en probleemoplossend vermogen kunnen ontwikkelen. Zet in op een leven lang leren in werk. Dat levert heel veel op voor maatschappij, bedrijven en mensen. Ja, het moet echt anders. En snel ook.”