Foto Kiki Reijners

De nieuwe Arbowet zet in op preventie en samenwerking. Maar wie is verantwoordelijk, waarvoor en wanneer? We vroegen het Wendel Slingerland, zelfstandig bedrijfsarts, en Hendrik-Jan Hanning, arbeidshygiënist en veiligheidskundige bij Rienks Arbodienst.

Weinig vragen

Werkgevers, werknemers en arboprofessionals kregen een jaar de tijd om zich voor te bereiden op de nieuwe Arbowet. Wendel en Hendrik-Jan hebben zelf het afgelopen jaar gebruikt om klanten te informeren, de basiscontracten op orde te krijgen en hun netwerk in te richten voor second opinions. Maar veel reacties van klanten hebben zij niet gekregen. Hendrik-Jan: “De aanvragen voor opleidingen tot preventiemedewerker hebben we wel zien stijgen, maar de andere wetswijzigingen roepen nauwelijks vragen op. Ook omdat ze niet echt nieuw zijn.”

Overkoepelende rol

De wetswijzigingen blijken dus niet echt nieuw, vooral de vrije toegang tot de werkvloer voor de bedrijfsarts is volgens Hendrik-Jan en Wendel al langer gebruikelijk. “Bedrijfsartsen hebben tegenwoordig een meer overkoepelende rol. De meesten vinden het niet meer dan logisch om de werkvloer te bezoeken zodat zij in gesprek kunnen gaan met werkgever én werknemer”, legt Hendrik-Jan uit. “Het is goed dat dit nu geformaliseerd is.” Wendel knikt instemmend: “Bij negen van de tien bedrijven is het voor mij als bedrijfsarts geen enkel probleem om de werkvloer te bezoeken. Voor de tiende, die vraagt of dat nou echt wel nodig is, is het fijn om terug te kunnen vallen op de wet.”

“Het is fijn om terug te kunnen vallen op de wet”

Absoluut noodzakelijk

Toch is de aangepaste Arbowet volgens Wendel en Hendrik-Jan absoluut noodzakelijk, want er zijn nog altijd werkgevers die de bedrijfsarts puur zien als verzuimarts. “Zij zien alleen de kosten”, zegt Wendel, “niet de toegevoegde waarde van de betrokkenheid van de bedrijfsarts bij preventie. Terwijl investeren in preventie uiteindelijk natuurlijk veel meer oplevert. Wat dat aangaat is het hier soms net Afrika, waar ik enige tijd gewoond en gewerkt heb. Daar kijken ze ook niet verder dan vandaag.” “Wat Wendel zegt, geldt ook voor werknemers”, vult Hendrik-Jan zijn gesprekspartner aan. “Vooral in bepaalde beroepsgroepen blijft preventie nog achter en zijn werknemers bijvoorbeeld laks in het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Dat in combinatie met de huidige jongerentrend ‘ik leef nu’, moet je – zelfs met de wet op zak – van goeden huize komen om werkgevers en werknemers te overtuigen van het nut van preventie en hun eigen verantwoordelijkheid.”

Breed begrip

Preventie is volgens Wendel en Hendrik-Jan ook wel een breed begrip. Wendel: “Voor de ene werkgever beperkt preventie zich tot het voorkomen van verzuim door bedrijfsongevallen en beroepsziekten, terwijl de ander inzet op duurzame inzetbaarheid, vitaliteit en gezondheid, ook naast het werk. Daar ben ik persoonlijk groot voorstander van.” Hendrik-Jan probeert werkgevers vooral verder te laten kijken: “Heeft een werknemer RSI-klachten, pas dan niet alleen die ene werkplek aan maar kijk meteen naar alle werkplekken. Klachten staan meestal niet op zich.” Wendel is ook van mening dat voorlichting veel beter kan. “Veel voorlichtingsmateriaal bevat ingewikkelde taal en staat ver af van degenen voor wie het bedoeld is. Voorlichting moet duidelijk zijn. Neem een voorbeeld aan de sociale werkplaats. Hun communicatie is afgestemd op minder begaafden, maar zou op iedere werkvloer moeten hangen. Grote, duidelijke pictogrammen laten geen enkele ruimte voor twijfel.” Ook Hendrik-Jan ziet dat er nog een slag te maken valt op het gebied van bewustwording. “Hoe vaak ik niet in het beroepsonderwijs docenten ben tegengekomen zonder oorkappen op terwijl het verplicht is”, vertelt hij. “Veelgehoorde excuses dat het niet lekker zit of dat ze dan niet genoeg horen omdat ze les moeten geven, wegen natuurlijk niet op tegen het belang van een veilige en gezonde werkomgeving. En leerlingen nemen weer een voorbeeld aan de docent: ‘Ach, die gehoorbescherming hoeft toch niet...’ Daarmee leer je het verkeerde gedrag aan. Preventie is belangrijk en daarover moeten we afspraken maken, maar verantwoordelijk gedrag verdient ook zeker alle aandacht.”

“Preventie is belangrijk, maar gedrag verdient ook zeker alle aandacht”

Ingewikkeld speelveld

Zien Wendel en Hendrik-Jan nog meer manieren om vorm te geven aan preventie? Wendel: “Ik zou heel blij zijn als er meer direct contact zou zijn tussen de arbozorg en de curatieve zorg. Specialisten, artsen en bedrijfsartsen zouden veel directer met elkaar in contact moeten staan. Door tijdig informatie uit te wisselen, kunnen eerder passende maatregelen worden genomen en verzuim, bedrijfsongevallen en beroepsziekten beter behandeld en misschien zelfs voorkomen kunnen worden.” Hendrik-Jan is het eens met Wendel, maar ziet ook obstakels. “We hebben te maken met een ingewikkeld speelveld. Contracten tussen arbodiensten, zorgverzekeraars, artsen en specialisten maken het nog ingewikkelder. Ik denk dat we juist ook aan de kant van de werkgever en werknemer moeten kijken. Vergeet niet dat de huidige arbeidsmarkt hoge druk legt op werkgevers en werknemers: werkgevers zijn blij met iedere kracht, gekwalificeerd of niet, en werknemers zijn bang hun baan te verliezen waardoor zij eerder hun grenzen overschrijden. Ook op het gebied van veiligheid en gezondheid. Dat vraagt om samenwerking op veel vlakken. We staan voor een belangrijke uitdaging.”

“Kijk verder, klachten staan vaak niet op zich”

Wendel Slingerland is zelfstandig bedrijfsarts. Na haar opleiding tot basisarts heeft Wendel gewerkt voor het medisch televisie- en radioprogramma ‘Vinger aan de pols’. De Wet verbetering poortwachter in 2001 was voor haar de aanleiding om bedrijfsarts te worden. Eerst bij een arbodienst en inmiddels tien jaar als zelfstandige.

Hendrik-Jan Hanning is afgestudeerd aan Wageningen University als arbeidshygiënist en werkt ruim twintig jaar bij Rienks Arbodienst als Quality Manager. In die tijd heeft Hendrik-Jan het personeelsbestand van Rienks zien groeien van 6 naar 90 medewerkers, wat goed weergeeft hoe het vakgebied zich heeft ontwikkeld.

Wil je meer weten over preventie, de rol en verantwoordelijkheden van werkgever, werknemer en arboprofessional? Kijk dan op het Arboportaal.